Bijna een maand onderweg. Ik heb nog een aardig beeld gekregen van het Caraibisch gebied, de eilanden, het klimaat, de mensen. Ik verwachtte eigenlijk eerder weg te varen richting het noorden om New York te kunnen halen. Maar we zijn nu na een klein rondje weer terug waar ik opgestapt was: Sint Maarten. Om een of andere reden is het hier nu Carnaval.... een goede reden om te blijven.
Het is bijzonder geweest om de minder bekende eilanden van het Nederlands Koninkrijk te bezoeken. Bijna iedereen heeft wel beeld bij Curacao en Bonaire. En Aruba is sinds Joran van der S. bekender dan Lourdes in haar hoogtijdagen.
Hoe anders is dat bij Saba, St Eustatius en Sint Maarten. Het zijn vaak brokken steen zonder stranden, natuurlijke baaien en waar iedere vorm van landbouw onmogelijk is. Wat moet je er dan mee kan je je afvragen. Wel, het verhaal gaat dat Nederland juist ge"interesseerd was in dergelijke steenklompen omdat er minder om gevochten werd en ze zeer geschikt waren als handelspost en opslag en doorvoer van slaven, goederen etc. Op St. Eustatius (Statia) zijn de slavenpaden en oude architectuur nog prominent aanwezig. We zijn (met alle kinderen) naar de rand van de vulkaan geklommen wat voor een zeer spectaculair uitzicht zorgde. Op Saba heb ik mijn eerste jungletocht(je) gemaakt incluis slangen en ander gevaarlijk spul.
Saba is echt een spectaculair eiland. Prachtig gedoken, leuke dorpjes. Een soort Archeon is het met dito acteurs die daar een beetje rondhangen. En hoe raar is het om de Nederlandse vlag te zien en verkeersborden met "verboden te parkeren" en "korps Politie Nederlandse Antillen". Verder spreekt namelijk niemand Nederlands. Bovendien betalen ze in dollars en is echt absoluut niemand ook maar enigzins bewust van enige band met Nederland. Financieel lijken de eilanden echter zwaar te leunen op Nederland. De Antilliaanse ontwikkelingsbank is de enige opdrachtgever van elk bouwproject. Evenzo is de sociale verzekeringsbank, de brandweer, de politie en elk andere voorziening die enkel geld kost Nederlands, de rest; casino's bedrijven restaurants, alles Engels
De eigenlijke reden dat we niet meteen naar het Noorden voeren na aankomst was de Classic Regatta op Antigua. Jan wilde graag gaan kijken. In het bijzonder naar de J boten, oude America's cuppers uit de jaren 30. Enkele bestaan nog steeds en er worden veel tekeningen onder het stof vandaan gehaald om ze opnieuw te bouwen. De J's zijn echt de formule 1 van het klassieke zeilen op dit moment en garanderen spektakel. Bij aankomst op Antigua zagen we de Ranger en de Velsheada "warmdraaien". Ongelooflijk hard gaat dat. 40 meter lang, slechts 6 meter breed en een mast van 56 meter is nauwelijks te missen, maar met die snelheid eenvoudig in de weg liggen.
De volgende dag bij de eerste race langs de kust omhoog geklommen om een goed beeld te krijgen van het wedstrijdveld. De grootste schepen starten als laatst en halen vervolgens alle kleine reeds gestarte bootjes in. Zo'n bootje kan zomaar 50 voet zijn maar lijken optimistjes naast de racemonsters. 's Middags vonden we drie heren op leeftijd liggend op het strand met rubberboot voortgeduwd door een 250 pk motor. Hetgeen nog steeds hypnotiserend werkt op de de jongens. In no time hadden ze en ritje geregeld en contact was gelegd met wie uiteindelijk de eigenaar van Velsheada bleek te zijn. Annemiek en haar vriendinnen maakten het af door uitgenodigd te worden op de bystander van Velsheada. De bystander is letterlijk een bijboot van het zeiljacht, maar wat voor een. Zeker 30-40 meter motorboot en geheel in stijl van de Velsheada dus prachtig. De kinderen opgesloten in de "game room" en de grote kinderen over bootjes praten. Het zijn echt de groten der aarde op zeilgebied die daar rondlopen, team New Zealand vaart de boot. Nautisch architect Gerard Dijkstra is er natuurlijk en veel jongens met heeeeel veeeeel geld.
Dit was allemaal leuk en spannend maar de echte treat was voor Jan, hij werd uitgenodigd om de volgende dag mee te racen... hij wel.
Het is nog veel lastiger om bij te houden wat ik zie en meemaak. De periode is korter, de indrukken wisselen elkaar sneller af. Doordat alle eilanden dicht bij elkaar liggen zijn er veel korte bezoekjes, herhaling van bezoekjes, ’s avonds weer weg varen etc.
Daarbij verveelt het niet om van de ene paradijslijke, door palmen omgeven, wit zandstrand naar het andere te varen, maar wel om daarover te oreren op een weblog.
Wel van nieuwswaarde zijn onze plannen voor de terugreis. New York is van de baan, Bermuda is van de baan, zelfs de Middelands Zee is van de baan. Ik ga met een professionele bemanning Hartbeat overvaren van Tortola naar de Azoren! ongeveer 10 dagen varen met die hard zeilers lijkt me een welkome afwisseling van het familievaren. De familie gaat tussentijds naar de VS en vliegt naar de Azoren. Vandaar varen we zelf naar de Engelse Zuidkust. Ik ben dan de enige die het hele rondje ”Atlantic” heeft afgemaakt! toch iets waar ik echt blij mee ben. 20 juli zijn we weer in Nederland.
maandag 5 mei 2008
De maand van...
Gepost door
Sjors
op
21:48
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Beste Sjors,
Wat een leuk bericht en wat fantastisch dat je het rondje af gaat maken. Een super ervaring voor je! Veel liefs aan iedereen vanuit Thailand, Petra en Oscar
Een reactie posten